De geschiedenis van Turijn

Turijn is een stad in Noord-Italië en wordt ook wel Torino genoemd. De Italiaanse stad is bekend van voetbalclub Juventus, automerk Fiat, vooraanstaande universiteiten en de welbekende Gianduja chocolade. De hoofdstad van de regio Piemonte telt ruim 900.000 inwoners. Turijn heeft een rijke historie welke ons mee terugneemt naar ruim 28 voor Christus.

Omstreeks 28 voor Christus streken de Romeinen neer in het gebied dat nu bekend staat als Turijn. Hier werd een nederzetting gebouwd die vooral een militaire functie had. De Romeinse beschaving gaf de militaire nederzetting de naam Castra Taurinorum mee. Turijn verwelkomde in de Middeleeuwen al een universiteit. Echter werd de stad pas belangrijk in 1563. Emanuel Filibert van Savoye kroonde de stad tot hoofdstad van zijn hertogdom. In het jaar 1500 werd tevens de bekende Dom van Turijn gebouwd. De Duomo werd gebouwd ter ere van Johannes de Doper.

Het begin van de Eerste Wereldoorlog stond voor de Italiaanse stad in het teken van protesten en stakingen welke vooral uitgevoerd werden door werknemers. In die tijd was er weinig tot geen werkgelegenheid in Turijn waardoor de inwoners van de stad vooral op de armoedegrens leefden. Met de komst van de Fiat fabriek in 1920 kwam hier verbetering in. Door de fabriek, die werd opgericht door de familie Agnelli, kwam er meer werkgelegenheid hoewel de autofabriek wel financieel ondersteund werd door Mussolini. Zijn aandeel in Fiat zorgde ervoor dat het leger van voertuigen kon worden voorzien.

In de Tweede Wereldoorlog werd Turijn zwaar getroffen door bombardementen. Vrijwel de gehele stad werd verwoest en ook de industriegebieden moesten het zwaar ontgelden. De geallieerden wilden de stad in Noord-Italië bevrijden en schakelden daarbij de hulp in van de Fransen. Echter was Turijn enkele dagen voor hun aankomst al bevrijd door de Partizanen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd er hard gewerkt aan de wederopbouw van de stad. Het succes van de groeiende economie was vooral te danken aan de autoindustrie welke de stad aanzienlijke winsten bezorgde. De groei van Turijn trok tevens veel mensen uit het Zuiden van Italië aan. In dit deel van Italië bleef de groei uit waardoor veel inwoners nog op of zelfs onder de armoedegrens leefden.

Aan de economische groei van Turijn kwam een einde toen er in de jaren ‘70 en ‘80 een crisis ontstaat in de auto en olie-industrie. Omdat het inkomen van veel inwoners verkregen werd door werkzaamheden in deze industrie, vertrokken er veel mensen uit Turijn op zoek naar werkgelegenheid. Dit had als direct gevolg dat het inwonersaantal van de stad aanzienlijk daalde. In een tijdsbestek van 30 jaar liep het aantal inwoners met wel 25% terug. In de jaren die volgde boekt de stad weer kleine successen maar de groei zoals deze was keerde niet meer terug.

Tegenwoordig is Turijn een moderne stad waarin cultuurhistorische gebouwen vlot waarneembaar zijn. Daarnaast is ook de invloed van de Savoyes in Turijn nog goed merkbaar. Dat maakt Turijn een interessante stad voor een weekendtrip of een ontspannen vakantie.